Inleiding #
DNS-records (Domain Name System records) zijn essentiƫle onderdelen van de DNS, die verantwoordelijk zijn voor het vertalen van domeinnamen naar IP-adressen en andere informatie. Hier is een overzicht van de meest voorkomende DNS-records, hun functies, en hoe ze correct te hanteren.
1. A-record (Address Record) #
Wat is het? Een A-record wijst een domeinnaam naar een IPv4-adres.
Wat doet het? Het vertaalt een domeinnaam naar een specifiek IP-adres, zodat browsers en andere services de juiste server kunnen vinden waar de website gehost is.
Hoe correct te hanteren?
- Zorg ervoor dat het IP-adres correct is.
- Gebruik alleen numerieke IPv4-adressen (bijv. 192.168.1.1).
- Wijzig het record als de server verhuist of het IP-adres van de server verandert.
Voorbeeld:
- Naam:
example.com
- Waarde:
93.184.216.34
2. AAAA-record (IPv6 Address Record) #
Wat is het? Een AAAA-record wijst een domeinnaam naar een IPv6-adres.
Wat doet het? Het vertaalt een domeinnaam naar een specifiek IPv6-adres.
Hoe correct te hanteren?
- Zorg ervoor dat het IPv6-adres correct is.
- Gebruik alleen numerieke IPv6-adressen (bijv. 2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334).
Voorbeeld:
- Naam:
example.com
- Waarde:
2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334
3. CNAME-record (Canonical Name Record) #
Wat is het? Een CNAME-record alias een domeinnaam naar een andere domeinnaam.
Wat doet het? Het stelt een domeinnaam in als alias voor een andere domeinnaam, zodat meerdere domeinen naar dezelfde IP-adressen kunnen wijzen.
Hoe correct te hanteren?
- Zorg ervoor dat de doel-domeinnaam correct en actief is.
- Gebruik geen CNAME-records voor de hoofddomeinnaam; alleen voor subdomeinen.
Voorbeeld:
- Naam:
www.example.com
- Waarde:
example.com
4. MX-record (Mail Exchange Record) #
Wat is het? Een MX-record specificeert de mailservers voor een domein die e-mails moeten ontvangen.
Wat doet het? Het wijst naar de mailserver(s) die verantwoordelijk zijn voor het ontvangen van e-mails voor het domein.
Hoe correct te hanteren?
- Voeg meerdere MX-records toe voor redundantie, met verschillende prioriteiten (lager nummer heeft hogere prioriteit).
- Zorg ervoor dat de doel mailservers correct geconfigureerd zijn om e-mails te accepteren.
Voorbeeld:
- Naam:
example.com
- Waarde:
mail1.example.com
10 - Naam:
example.com
- Waarde:
mail2.example.com
20
5. TXT-record (Text Record) #
Wat is het? Een TXT-record bevat tekstinformatie voor verschillende doeleinden.
Wat doet het? Het kan worden gebruikt voor verificatie, zoals SPF (Sender Policy Framework), DKIM (DomainKeys Identified Mail), Google verificatie, en andere tekstuele informatie.
Hoe correct te hanteren?
- Voeg nauwkeurige en valide gegevens toe.
- Gebruik voor verificatie zoals SPF: “
v=spf1 ip4:192.168.0.1 -all"
Voorbeeld:
- Naam:
example.com
- Waarde:
"v=spf1 include:_spf.example.com
ip4:192.168.0.1
-all"
6. NS-record (Name Server Record) #
Wat is het? Een NS-record specificeert welke name servers autoriteit hebben over een domein.
Wat doet het? Het geeft aan welke name servers verantwoordelijk zijn voor het beheren van DNS-records van het domein.
Hoe correct te hanteren?
- Zorg ervoor dat de opgegeven name servers correct geconfigureerd en bereikbaar zijn.
- Voeg meerdere NS-records toe voor redundantie.
Voorbeeld:
- Naam:
example.com
- Waarde:
ns1.example.com
- Naam:
example.com
- Waarde:
ns2.example.com
7. SRV-record (Service Record) #
Wat is het? Een SRV-record specificeert informatie over bepaalde diensten, zoals welke servers de dienst aanbieden en welke poorten moeten worden gebruikt.
Wat doet het? Het wordt vaak gebruikt voor services zoals VoIP of instant messaging om de locatie van servers te specificeren.
Hoe correct te hanteren?
- Voeg de juiste service-, protocol-, en poortinformatie toe.
- Gebruik de juiste prioriteit en gewichtswaarden om de voorkeur van servers te bepalen.
Voorbeeld:
- Naam:
_sip._tcp.example.com
- Waarde:
10 60 5060 sipserver.example.com
8. PTR-record (Pointer Record) #
Wat is het? Een PTR-record wordt gebruikt voor reverse DNS-opzoekingen, waarbij een IP-adres wordt omgezet naar een domeinnaam.
Wat doet het? Het koppelt een IP-adres aan een domeinnaam voor verificatie- en traceerdoeleinden.
Hoe correct te hanteren?
- Voeg het PTR-record toe bij de IP-adresbeheerder (meestal uw ISP of hostingprovider).
- Zorg ervoor dat het record correct verwijst naar het juiste domein.
Voorbeeld:
- Naam:
34.216.184.93.in-addr.arpa
- Waarde:
example.com
Met deze uitleg en voorbeelden kunt u de verschillende types DNS-records beter begrijpen en correct beheren. Als u verdere hulp nodig heeft, kunt u contact opnemen met ons.